‘Deze tijd bepaalt mij bij de manier waarop we de dingen zeggen. Minister Hoekstra gaf toe aan de zuidelijke landen: mijn toon had beter gekund. Huisartsen die zwakke ouderen meedelen dat ze niet op de IC zullen worden opgenomen als het zover is worden op t.v. gekapitteld. Immers: ‘c’est le ton qui fait la musique.’
Zelf raak ik ook van de wijs. Gisteren vertrok ik op stel en sprong met mijn stokoude buurvrouw naar het ziekenhuis. Dokters order. Beslist geen corona, wel mondkapjes op in de triagetent en een rolstoelrace door een vrijwel leeg ziekenhuis. Zo snel mogelijk willen we weer terug naar ons veilige nest. ‘Gaat u eens aan de kant!’ sommeer ik als bromsnor in burger de jonge vrouw die pal voor de draaideur gaat staan en ons geen ruimte laat voor vertrek. ‘Dat kan u wel aardiger zeggen!’ bitst zij terug. Ik hoor de echo. ‘Sorry, we zijn gestresst’, leg ik volkomen overbodig uit. ‘En ik sta hier met een ziek kind te wachten op mijn man’ – wat ook niet alles verklaart. Tijd voor een vluchtige blik op het tweetal en een extra sorry neem ik niet, wég wezen uit deze verlatenheid!
Korte tijd hierna loop ik naar een populaire winkel voor een snelle boodschap. In gedachten bereik ik de ingang, vóór een vrouw die van de andere kant komt, ik schat in dat ik vlugger ben. ‘Gaat u eens terug. Ik sta hier al de hele tijd in de rij.’ Ik stop meteen. Huh, rij? ‘Bent u dan de laatste?’ vraag ik, maar in dat onderzoek heeft ze geen zin. Haar stem schiet omhoog. ‘Terug moet u! En verder naar achteren! Achteruit!’ Ik doe gedwee wat ze vraagt, terwijl zij in de deur blijft staan. ‘Moeten we wachten totdat hij een seintje geeft?’ probeer ik, om mijn onwetendheid met de nieuwe mores wat aan te dikken. Misschien kan haar dat kalmeren. Ik wijs achter haar rug op de jongeman in de hal met spuitbus en keukenrol die de karretjes desinfecteert. De vrouw verwaardigt zich niet te antwoorden en stapt ferm over de drempel. Ik heb geen teken gezien. Of het moet de waarschuwing zijn: De Vries, denk aan je toon, zeker nu onder stress!
Deze blog is geschreven door Greteke de Vries, predikant van de Muiderkerk.