Het gebeurde toen hij werd uitgenodigd op een kinderverjaardag met vrouwen die uitgeprocedeerd waren en geen status hadden. De vrouwen woonden in een opvanghuis in Antwerpen, dat mede werd gesteund door de kerk waarvan Johan Visser toen predikant was. ‘Ik werd diep getroffen door de vrolijkheid en de levenslust, ondanks de uitzichtloze en angstige situatie waar ze in zaten. De verbondenheid met elkaar en met het geloof was zo echt en zo dichtbij het leven in zijn rauwheid en tegelijk zijn schoonheid en goedheid dat ik diep onder de indruk naar huis ging en dacht: volgens mij is dit de kern van kerk zijn en leven met Christus. Ik had meer aan die vrouwen, dan zij ooit aan mij hebben gehad.’
Van Antwerpen naar Amsterdam
Na zijn studie Internationale Betrekkingen in Groningen was er een stemmetje dat zei: ‘Je zou ook in de kerk kunnen gaan werken.’ Het werd een vervolgstudie theologie in Utrecht. Tijdens en na die studie werkte Johan Visser als studentenwerker voor IFES Nederland (een netwerk van christelijke studentenverenigingen). De interesse voor internationale politiek bleef en het was dan ook geen grote verrassing dat de eerste kerk waar hij predikant werd niet in Nederland stond, maar in België, Antwerpen. Na tien jaar keerde hij in 2017 met zijn vrouw en drie kinderen terug naar Nederland om predikant te worden van de Noorderkerk in Amsterdam. Het was na al die tijd weer even wennen aan de cultuurverschillen. Visser: ‘Nederlanders zijn vrijmoediger in een gesprek. In België zijn mensen gereserveerder. En de luidruchtigheid op straat was ook wennen.’
Minderheid
Niet alleen de cultuur in de stad is anders, ook de manier waarop de kerk zich in de stad profileert is totaal verschillend. In zowel Antwerpen als Amsterdam is de protestantse kerk marginaal, maar bij onze zuiderburen is dat nooit anders geweest. Visser: ‘Protestanten vormen in België een hele kleine minderheid met kleine kerken. Ik was in Antwerpen predikant van een soort dorpskerk in de stad; je kent elkaar allemaal. De Noorderkerkgemeente is niet alleen een stuk groter, de kerk heeft in Amsterdam ook een andere plek in de samenleving.
In de Protestantse Kerk Amsterdam heerst nog een soort gevoel van: wij zijn kerk van de stad
In de Protestantse Kerk Amsterdam heerst nog een soort gevoel van: wij zijn kerk van de stad en de hele stad is onze parochie. Daar zit iets moois in: we zien het als een roeping om er voor de hele stad te zijn en denken niet te klein van onszelf. Maar er zit ook een wat nostalgisch idee achter, want we zijn echt een kleine minderheid. Dat ervaar je op allerlei manieren in Amsterdam en ik vind het ook belangrijk om dat te beseffen. We zijn een minderheid die er met het goede verhaal en de spannende roeping van God is, midden onder de mensen.’
Diversiteit
Een minderheid zijn heeft volgens Visser ook voordelen. ’Wat ik mooi vind aan de kleine Belgische kerken is dat ze multicultureler zijn. De aantrekkingskracht voor allochtonen zit in de minderheidspositie en het feit dat door de aanwezigheid van Hollanders die kerken nooit helemaal monocultureel worden. In Nederland zijn veel protestantse kerken overwegend wit. Al zie je, nu de kerk Amsterdam verder krimpt, ook wel wat verkleuring optreden. Dat vind ik ook goed; dat de kerk de kleur van de stad aanneemt.
De uitdaging voor de Noorderkerk is om nog meer het huis van God te zijn voor de buurt
Ook dat we als autochtone kerken meer samen gaan optrekken met de migrantenkerken. Wij hebben regelmatig goed contact met onze Russisch-Orthodoxe buren in de Tichelkerk. Ik hoop dat we elkaar beter leren kennen, niet persé met het doel om zo divers mogelijke gemeenschappen te vormen – dat is vaak ingewikkeld – maar wel om met verschillende kerken samen op te trekken met het evangelie in onze stad. Daarbij ik zou vooral kijken hoe je in de context waarin jouw kerk staat gastvrij kunt zijn en het evangelie kunt delen en niet streven naar zoveel mogelijk diversiteit.’
Een handje bijsteken
De uitdaging voor de Noorderkerk, gelegen in de Jordaan is volgens de predikant om nog meer het huis van God te zijn voor al die mensen die in de buurt leven. ‘De Jordaan is echt een verrassend diverse buurt met millennials, oorspronkelijke Jordanezen, expats, yuppen van vroeger die ouder worden, allerlei niet-in-hokjes-passende mensen en daklozen.’ Visser hoopt dat de Noorderkerk voor velen een huis van verbinding en van God zal zijn. ‘Mensen uit de buurt zeggen tegen ons dat dit hun kerk is, ook al komen ze zelden binnen. Dat is voor ons bijna een roepingservaring. Als mensen dit gebouw zien als hun kerk, een bijzondere plek in hun leefomgeving, moeten wij toch zorgen dat zich hier welkom en thuis voelen en dat het mogelijk is om hier iets van God te ervaren? De kracht van een iconische kerk als de Noorderkerk is dat we, vanwege de geloofsbeleving en gemeenschap, mensen van overal aantrekken. Daardoor kunnen er ook dingen opbloeien in en voor de buurt, wat onmogelijk zou zijn als je het alleen van mensen uit de buurt zou moeten hebben. Ik ben heel dankbaar voor al die mensen die uit de hele stad en ook de omgeving naar de Noorder komen en met geloof en veel inzet meedoen. Natuurlijk besef ik ook dat de kerk in hun eigen buurt of woonplaats hun inzet mist, maar aan de andere kant: als mensen zich hier in hun geloof thuis voelen en zich inzetten voor de gemeenschap en de stad, dan is dat iets heel moois. Wij zouden nooit de impact kunnen hebben die we nu hebben als er niet zo’n grote groep mensen betrokken zou zijn en een handje bij zou steken. Of zeg ik het nu op zijn Vlaams?’
Genade en gein
Op de vraag wat hij de Amsterdammers toewenst volgt een lange stilte. Dan, bedachtzaam: ‘Genade vind ik een mooi woord. Dat is een beetje een kerkwoord, maar genade in de zin dat je iets ervaart waar je niet voor hoeft te werken, dat iets van goedheid je wordt toegeworpen. Dat heeft volgens mij alles met God te maken. Er zit ook iets van gein in; een Bijbels woord dat al ons streven en drukdoenerij doorbreekt en relativeert. Een onverdiende vreugde die over je komt. Volgens mij is dat ergens de kern van geloven, dus in die zin wens ik alle Amsterdammers dat geloof toe.’
Tekst & foto’s: Matthijs Hoogenboom (communicatie PKA)
Andere interviews in deze serie vind je hier.