Tot aan de middelbare school ging Lucas met zijn zusje naar de kindernevendienst in de Sloterkerk of de Opgang. Van tevoren had hij er nooit zoveel zin in maar als hij er eenmaal was, vond hij het superleuk. Zijn vriendje Jeroen zat ook in de kindergroep. ‘We knutselden, er werden verhaaltjes voorgelezen en aan het eind mochten we een glas limonade en een koekje pakken. Als de kerkklokken luidden voor het gebed, wisten we: het is bijna zo ver! Zo kwam ik spelenderwijs met het geloof in aanraking. Terwijl de ouderen na afloop koffiedronken en met elkaar stonden na te praten, renden wij rondjes, deden verstoppertje. Een vertrouwde gemeenschap, dat is vooral mijn associatie met de kerk. Als ik nu wel eens bij mijn Duitse peettante in Munster ben en er wordt gebeden voor het eten, ervaar ik dat ook als een warm bad.’
Voeten wassen
Ook Joanna, die vanaf haar zesde jaar met haar moeder naar de kerk en de kindernevendienst ging terwijl haar vader thuisbleef, ervaarde in de kerk een groot gemeenschapsgevoel. ‘Ik vond het heel gezellig met de kinderen en volwassenen. Ik kon mezelf zijn, overal over praten.’ In die tijd ging ze naar een christelijke basisschool. Wat haar vooral raakte, waren de verhalen over de goedheid van Jezus. ‘Er zaten ook kinderen uit andere religies bij mij in de klas en dat ging heel goed samen. Ook in hun religie is goedheid en klaarstaan voor een ander belangrijk en dat de ene mens niet boven een ander staat. Zoals Jezus de voeten van zijn leerlingen waste om te laten zien: Ik ben één van jullie.’
Een vertrouwde gemeenschap, dat is vooral mijn associatie met de kerk.
Het geloof voelde zo goed dat Joanna op haar twaalfde besloot zich te laten dopen. Haar atheïstische vader vond het best, zolang het haar eigen keus maar was en ze kritisch bleef nadenken. Joanna: ‘Nu heb ik vaak leuke discussies met hem. Bijvoorbeeld als hij zegt dat de hidjab een teken van onderdrukking is, terwijl hij de vroegere haar-bedekkende sluier van nonnen wel normaal vindt.’
De tienergroep
Inmiddels komt de zeventienjarige Lucas bijna niet meer in de kerk. Te druk. Wat een andere manier is om te zeggen: geen prioriteit. De hoogtijdagen vindt hij wel belangrijk. Als hij wordt gevraagd om iets te doen in de dienst, doet hij dat graag. ‘Tijdens Pasen heb ik de tekst uit het Lucas-evangelie voorgelezen. Dat vond men wel toepasselijk voor mij, haha. Ik heb een keer accordeon gespeeld, als afwisseling van het orgel. Daar kreeg ik hele leuke reacties op, vooral van de ouderen die me van jongs af aan kennen. Ik ben trouwens ook echt op hen gesteld.’
De meeste affiniteit heeft hij met de tienergroep. Lucas en Joanna hebben vanaf hun middelbare school de kinderdienst verruild voor een tienergroep. Joanna leidt inmiddels de groep van zeven tieners waar Lucas en zijn jeugdvriend Jeroen ook lid van zijn. Lucas: ‘Voordat de pandemie uitbrak, kwamen we twee keer per maand bij elkaar in de Ark. Eerst samen koken en tijdens het eten praten over het geloof aan de hand van een thema of actualiteit, zoals de verkiezingen of het milieu. Joanna zocht er steeds toepasselijke Bijbelteksten bij.’ Door corona komt de groep nu al een tijd noodgedwongen via Google Meet bij elkaar. Na afloop doen ze een computerspelletje op Backyard. Of ze kijken online naar een film die Joanna heeft uitgezocht.
Fietstocht
Maar wat nu als Lucas 18 is geworden? De leeftijdsgrens voor de groep is al verhoogd, omdat de deelnemers ouder worden en er nog geen nieuwe aanwas is. De jongste is nu 14, de oudste 21. Lucas: ‘Vorig jaar heb ik met Jeroen een fietstocht gemaakt en hebben we het erover gehad hoe wij de tienergroep zien over één tot twee jaar. We zouden het jammer vinden als onze groep uit elkaar valt. Het is een vorm van kerk-zijn die mij dierbaar is, dierbaarder dan de wekelijkse dienst.’
Inmiddels komt de zeventienjarige Lucas bijna niet meer in de kerk. Te druk.
Gelukkig zijn er in de buurt enkele nieuwe gezinnen met jonge kinderen bijgekomen. Joanna: ‘Vanuit de Tituskapel, de Lucaskerk en de Ark willen we deze mensen warm maken voor activiteiten in de Ark. Zo bouwen we hopelijk nieuwe contacten op. Als hun kinderen twaalf jaar zijn, willen we hen uitnodigen voor de tienergroep. De huidige groep kan dan evengoed bij elkaar blijven komen. De kerkelijke gemeente wordt zo inclusiever.’
De Ark is een geschikte plek met meerdere ruimtes, ook voor niet religieuze activiteiten. Het is een vorm van kerk-zijn die Lucas en Joanna van harte toejuichen. Het gaat erom dat iedereen, niet-gelovigen of mensen uit andere religies of andere landen, ook welkom zijn. Zo kan de kerk ook minder ‘eng’ of ‘wereldvreemd’ worden, denkt Lucas. ‘De eerste reactie van mensen is vaak, als je uitkomt voor je christelijke religie, dat je niet helemaal normaal bent. Christen-zijn is niet meer vanzelfsprekend. Dat ‘gewone’, dat mis ik wel, ik vind dat de kerk zich te gesloten opstelt.’
De tienergroep is een vorm van kerk-zijn die mij dierbaar is, dierbaarder dan de wekelijkse dienst.
Joanna ziet wel beweging naar meer openheid: ‘De Ark bouwt de laatste paar jaar aan de buurtgemeenschap en dat zouden meer kerken kunnen doen. Op deze manier kan het kerk-zijn meer vanzelfsprekend worden. Dan maakt het ook niet uit of mensen naar de kerk gaan of niet. Uiteindelijk gaat het erom dat we er zijn voor elkaar.’
Interactieve dienst
De zondagse diensten mogen van Joanna en Lucas wel wat aantrekkelijker. Joanna: ‘Martijn van Leerdam (dominee van de gemeente Osdorp-Sloten, red.) heeft voor corona al eens een interactieve dienst georganiseerd. Dat gaat uit van verschillende leerstijlen. Veel theologen zijn echte denkers, maar je hebt ook doeners, dromers en beslissers. De dienst begon met een tekst, daarna gingen we in groepen uiteen, ieder met een eigen leervorm: mensen konden een spel doen, zingen, iets kunstzinnigs doen of met elkaar in gesprek gaan. Na afloop presenteerden de groepen hun bevindingen. Zo hadden mensen ook meer om over te praten, anders dan de gebruikelijke koetjes en kalfjes en ‘wat vond jij van de preek?’ Zo’n dienst kun je niet elke week organiseren, het vereist wel de nodige voorbereiding en begeleiding.’
Ik vind dat de kerk zich te gesloten opstelt.
Een andere vorm is om als uitgangspunt voor een dienst de top 2000, georganiseerd door radio 2 aan het eind van het jaar, te nemen. Daar zitten veel popliederen bij die over de liefde gaan, aldus Joanna. ‘Dat is muziek die mensen van buiten de kerk meer aanspreekt dan de liederen uit het Liedboek. Hoe dan ook, Lucas hoopt vurig dat er nieuwe aanwas komt, met mensen van twintig, dertig of veertig jaar. ‘Anders bestaat de kerk gewoon over vijftien jaar niet meer.’
Dit artikel verscheen eerder in het meinummer van Kerk in Mokum.
Tekst: Janneke Donkerlo
Foto: Marloes van Doorn