Regel voor beginners
De heilige Benedictus (480-547), vader van de wereldwijde kloosterorde van de Benedictijnen, noemt zijn kloosterregel ‘een regel voor beginners’. Je zou verwachten dat er dan minstens nog een variant zou zijn (voor gevorderden of experts bijvoorbeeld), maar niets is minder waar. Bij Benedictus is er maar een niveau: dat van de beginner.
En slechts een tempo: dat van dag naar dag. Geheel in lijn daarmee noemt hij het klooster een ‘werkplaats’. Waar het toegewijde leven geoefend wordt, en elke dag een nieuw begin gemaakt wordt. En hoewel hij zijn broeders aanspoort om het beste uit zichzelf te halen (en er niet mis te verstane sancties op overtredingen staan), drukt hij hen op het hart om nooit te wanhopen aan Gods barmhartigheid.
Niet in één keer goed
In de veertigdagentijd bereiden christenen zich voor op Pasen: het feest van het onverklaarbare wonder van Jezus’ opstanding uit de dood, van een nieuw begin dat aanbreekt toen niemand het meer voor mogelijk hield. Hij belichaamt de barmhartigheid waar Benedictus over schrijft. Wie hopeloos faalt en helemaal vastloopt, ontvangt hij met open armen. Wie niet bang is om te verliezen en met lege handen durft te staan, noemt hij rijk. Wat hij voor ogen heeft, is de wereld omgekeerd: waar kinderen, dromers en iedereen die weet wat het is om anderen nodig te hebben, centraal staan.
Het is (bijna) lente: om ons heen begint de natuur opnieuw. Voorzichtig komen bloemen op ranke, groene stelen uit het onderaardse tevoorschijn. Vogels die vertrokken naar warmere streken, duiken in onze stadsparken op. Wie/wat een winter lang sliep, ontwaakt. Zichtbare tekenen, die me eraan herinneren dat ook ik opnieuw mag beginnen. En nee, dat hoeft dus niet in een keer goed te gaan. Veertig dagen krijgen we de tijd om het spoor van Jezus – zijn weg van vergeving, opoffering en afhankelijkheid – te volgen. Dat, en veel meer: elke dag, een leven lang om het erop te wagen, te oefenen, te vallen, en weer op te staan.
Wat is jouw Paasverhaal?
Het heeft Lisa Congdon heel wat jaren oefenen gekost voor ze zich kunstenaar durfde te noemen. In haar podcast vertelt ze over haar persoonlijke ontdekkingstocht. Hoe ze in de veronderstelling leefde dat als ze maar hard genoeg haar best deed, anderen van haar zouden houden. En hoe haar coming out een keerpunt vormde en sleutel werd tot haar latere kunstenaarschap. ‘I dove into the abys, and I emerged as an artist’, vat ze haar persoonlijke transformatie samen.
Met de kunstenaar wordt ook de activist in haar geboren: ‘Art has the power to transform lives and disrupt the status quo and change the conversation, (…) and offer comfort and connection to people who need it most.’ Wie beginner durft te zijn en de transformatie aangaat, staat op. Voor zichzelf, maar – zo leert het verhaal van Lisa Congdon – ook (of misschien wel juist) voor anderen.
Geen idee of Congdon haar verhaal zou verbinden aan de opstandingsverhalen in het spoor van Jezus. En het is de vraag of dat ertoe doet. Ik herken er de heilzame Paaservaring in. Dat wie de genadige kracht van opnieuw beginnen ervaart, ook anders naar anderen gaat kijken. Het maakt me nieuwsgierig: wat is jouw persoonlijke Paasverhaal?