Hoe is het om hier te wonen?
‘Prettig! Het is mooi om zo het leven met elkaar te delen en de mensen die ik ontmoet zijn vaak een inspiratie. Maar af en toe is het ook intensief. Het is belangrijk om rekening te houden met elkaar en soms is dat lastig. De een kan andere verwachtingen hebben dan de ander en het is belangrijk om dat uit te spreken en in gesprek te blijven. Het leerde me ook veel over mezelf: over hoe ik omga met de gevoelens van anderen en hoe ik daar een weg in kon vinden.’
Dat kan ik me voorstellen ja! En kun je wat meer vertellen over hoe het leven er hier uitziet?
‘In principe eten we maandag- en woensdagavond samen en is er iedere avond in de kapel een korte bijeenkomst met stilte, een openingsgebed en wat liederen. We bidden dan ook voor het klooster, de buurt en de mensen om ons heen. Verder hebben we een maandelijks kloosterweekend waarin we bijvoorbeeld klussen, wandelen en spelletjes doen. En verder gebeurt er natuurlijk ook veel dat niet gepland is. We passen soms op elkaars kinderen, lenen elkaars auto’s en delen hoe het met ons gaat.’
Het klinkt alsof je veel doet. Hoe vind je rust?
‘Ik vind die rust toch vooral in het bijwonen van het avondgebed in de kapel. Dat is heel prettig. Even een halfuurtje rust, niemand die je roept of iets aan je vraagt. Ik heb 5 kinderen dus dat heb ik echt nodig, die stilte en rust. In m’n huis kan iedereen binnenlopen, dus dat is ook niet altijd direct rustig. Dan ga ik soms in bad liggen, haha. Daar stoort niemand me. Maar dat ritme helpt. En het is fijn dat ik daar niet steeds opnieuw voor hoef te kiezen: dat kader staat al vast. Die keuzebeperking is heel prettig.’
Heb je een tip voor mensen die niet in een leefgemeenschap wonen maar ook meer gastvrij zouden willen zijn?
‘Mijn tip zou zijn om een vast moment te plannen waarop je gastvrijheid handen en voeten geeft. Hier is er elke woensdag een maaltijd waarop buurtbewoners en geïnteresseerden mee kunnen eten. Het is fijn om zo’n vast moment te hebben waarop gastvrijheid concreet vorm kan krijgen. Anders schiet zoiets er toch al snel bij in. Je hoeft dan niet iedere keer te bedenken of het je uitkomt: het moment is er al.’