Goede vragen. Ik probeer me Jezus voor te stellen. Zou ik willen ingaan op zijn uitnodiging dan zou Hij mij vertrouwen moeten inboezemen. En ook iets van gezag: dit is iemand die weet wat ie doet en vraagt. Ik stel me de ogen van Jezus voor: krachtig maar zacht, met iets van vrolijkheid.
Dan vragen de bedenkers van de app wat ik in reactie op het bijbelgedeelte tegen Jezus zou willen zeggen.
Intussen heb ik gezien hoe een blinde man mij tegemoet komt. Hij zwaait nogal wijd met zijn stok. Het lijkt me verstandig een beetje opzij te gaan zodat hij mij kan passeren zonder me voor mijn schenen te slaan. Terwijl ik wil beginnen iets in gedachten tegen Jezus te zeggen, roept de blinde man mij. ‘Mag ik iets vragen?’ Ik zet mijn koptelefoon af en vraag wat er aan de hand is. De man is onderweg naar de huisarts en weet niet precies waar hij moet zijn.’Wil je me effe brengen?’ Hij steekt zijn hand uit. Die is warm en zachter dan ik verwacht. Ik ben net langs een huisartsenpraktijk gelopen en weet dus waar hij moet zijn. Het zijn maar een paar meters. Ik zeg tegen de man: ‘Je was er bijna.’ Hij antwoordt: ‘Wat goed, misschien word ik nog wel eens een volleerde blinde. Bedankt, man!’
‘Misschien word ik nog wel eens volleerde blinde.’ Dat zinnetje blijft hangen. Ik hoor er zowel pijn als humor in.
Wat was ik ook al weer aan het doen? O ja, nadenken over mijn antwoord aan een Jezus die me uitnodigt om met Hem mee te gaan. Ik denk aan de blinde man die gewoon om hulp vraagt. Dat is niet mijn sterkste kant. Net zomin als erkennen dat ik soms de weg kwijt ben.
Is dat wat ik in de ogen van Jezus zie? Iemand die de pijn over wat ik aan beperkingen met me meedraag kent. En die er met humor naar kan kijken.
Een volleerde blinde. Eigenlijk wel een mooie omschrijving van discipelschap: dat je met hulp van Jezus steeds beter met je beperkingen leert om te gaan