Greteke de Vries, predikant van de Muiderkerk, is op zoek naar het zielsniveau

Gaat het geloof eigenlijk wel ergens over? Greteke de Vries, predikant van de Muiderkerk in Amsterdam-Oost, stellig: ‘Ja, het gaat ergens over.’ Ze zoekt naar woorden. ‘Zodra je het gaat beschrijven is het weg. Geloven is voor mij meer en meer een besef van grote afhankelijkheid. Dat heb ik vooral van mensen uit Bonaire, Nigeria, Sri Lanka en Iran geleerd.’

Een gesprek met Greteke in de Muiderkerk levert meerdere kippenvelmomenten op. Vooral als zij, voorzichtig formulerend, steeds dichter bij de kern komt van waar geloven volgens haar over gaat. ‘Er zijn tijden geweest waarin ik eigenlijk niet erg gelovig was, maar doorging omdat het mijn vak is en ik van zingen en groepen mensen houd. Maar ik blijf altijd bezig met de vraag: gaat het ergens over of houden we onszelf gewoon leuk bezig met iets? Is het geloof een interessante filosofie en een zinvolle levensstijl of is het meer? Kan je ook zonder? Ja, je kunt zonder want de meeste Nederlanders doen dat. Maar gáát het ergens over?’

En, wat is je antwoord?

Stellig: ‘Ja, het gaat ergens over.’ Dan een diepe zucht. ‘Het gaat erover dat het leven niet om ‘mij’ draait, niet om ons ‘ik’. Geloven is: van je áf wijzen’ Drie keer begint ze aan een zin en laat dan haar armen vallen. ‘Zodra je het gaat beschrijven is het weg. Zodra je erover spreekt maak je het iets gewoons en daarmee onschuldig of onbenullig. Zo is het ook als je over God praat. Dan wordt het iets gewoons.

Het gaat erover dat het leven niet om mij draait

Toch is het geloofsgesprek nodig, om te proberen taal te vinden die bij jóuw ervaringen past, die op de één of andere manier klopt. Voor mij is het meer en meer de ervaring van grote afhankelijkheid. Dat het leven geschonken is. Dat je gezegend wórdt. Dat veel niet van ‘mij’ afhangt. Dat wil niet zeggen dat ik zelf passief ben, want ik ben een actief mens en een actieve dominee. Maar ten diepste ben ik een ontvangend mens. Het oude woord genade ga ik steeds dieper verstaan.’

Wie is Greteke eigenlijk?

‘Ik hou van goed en waar en integer. Ik ben een esthetisch mens en houd van kunst, musea, mooie modern-klassieke muziek én zwemmen. Ik heb vanochtend in het zwembad nog beweerd dat ik in mijn vorige leven een dolfijn was. Die lichtheid, alleen maar water en lucht, dat vind ik heerlijk.’

Greteke woont in Bussum met haar man, die docent is aan de domineesopleiding van de PThU. ‘Ik ben zielsdankbaar dat wij op één of andere manier vier kinderen van twee tot veertien in onze schoot geworpen hebben gekregen als kleinkinderen. Je kunt ook via mensen die geen familie in Nederland hebben ouders en grootouders worden en die kans hebben wij dankbaar aangegrepen.’

Waarom ging je theologie studeren?

‘Dat was wel een bijzondere aanleiding. Ik kreeg ruzie met een dominee die alles zo goed wist. Maar ik was, geïnspireerd door onze jeugdwerker van de kerk, bezig andere dingen te leren. Het was de tijd van de bevrijdings- en feministische theologie. Een  wereld ging voor mij open en die dominee had het alleen maar over Paulus: “Er is maar één weg!”

Ik houd van contact met mensen die niet persé in hetzelfde verhaal zitten als ik

En public voerden we na een kerkdienst een discussie, maar ik wist zo weinig en toen dacht ik: “Wacht maar, op zeker moment kan ik jou de baas….” Later kwam daar de vraag bij: hoe kan het dat er maar één Bijbel is en zoveel kerken en mensen die op elkaar inhakken vanwege interpretaties, tot aan families toe die daardoor uit elkaar vallen? Zo ontstond de intellectuele behoefte om te gaan studeren.’

Kun je iets vertellen over je predikantenloopbaan?

‘Een paar jaar na mijn theologiestudie in Leiden ben ik in 1991 gestart als theologisch begeleider van een leerhuis in Maarsbergen. Daar ontdekte ik het pastoraat en toen wilde ik dominee worden. Ik werd studentenpastor in Groningen. Wekenlang behandelden we één thema: het kwaad bijvoorbeeld. Tot aan een theaterproductie en een concert toe, bokkenpootjes bij de koffie, veel creativiteit, het was een heerlijke tijd, een geweldige omgeving om te beginnen als predikant. Studenten zitten niet vast aan “zo hoort het”.

Impressie van een dienst op zondag in de Muiderkerk

Het studentenpastoraat was oecumenisch. Ik trok veel op met katholieke en atheïstische studenten en collega’s. Daar houd ik erg van: contact met mensen die niet persé in hetzelfde verhaal zitten als ik en dan van elkaar leren. Ik heb trouwens later gedacht: ik wil nooit gemeenteleden overrulen met mijn kennis of geloofsopvattingen. Daarom hou ik ook erg van gespreksgroepen. Het liefst was ik kerkelijk vormingsleidster geworden, maar dat beroep bestaat allang niet meer.’

Optie

In haar bijna dertigjarige loopbaan als predikant stond Greteke op allerlei plekken in Nederland én ook een tijdje op Bonaire. In die periode begon er bij haar iets wezenlijks te schuiven. Een bekeringsmoment, zo lijkt het als Greteke over die tijd spreekt. Er hoort voor haar zelfs een lied bij dat haar raakte: De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw geboren en getogen. ‘Gek genoeg maakte ik deze verdiepingsslag juist op Bonaire mee. En hier, met mensen in de Muiderkerk die uit Nigeria komen, Sri Lanka of Iran, en een aantal met een Nederlandse achtergrond wordt die lijn doorgezet.

Op zeker moment dacht ik: ik moet mijn emoties serieus gaan nemen, de ontroering die me overvalt in een kerk

Zij staan niet alleen stil bij intellectuele vragen van het geloof zoals ik gewend was. Zij hebben een soort directe toegang tot het geloof. In gesprek met hen word ik aangestoken om te vertrouwen op God en dat heb ook ik nodig, want anders blijft geloof voor mij toch vooral een optie, iets waarvoor je kunt kiezen, iets dat je kunt leren begrijpen, een taal, en dat je je die dan kunt toe-eigenen.’

De Muiderkerk

‘Op zeker moment dacht ik: ik moet mijn emoties serieus gaan nemen, de ontroering die me overvalt in een kerk, bij een gebed. Het gebruik van onze hersenen is ook in de kerk buitengewoon zinvol, het lezen van de bijbel op historisch of tekstueel niveau is richtinggevend, maar nu ben ik op zoek naar het zielsniveau. Je wordt ergens door geraakt en dan is het een levenslang pad dat je met elkaar in de gemeente gaat.

Je wordt ergens door geraakt en dan is het een levenslang pad dat je met elkaar in de gemeente gaat

In alle ambivalentie die óók bij het geloof hoort wordt soms iets van een kracht openbaar waarvan ik denk: dit is het dus wat mensen de eeuwen door bedoelen:  die aanwezigheid, het gezien zijn, het opstaan in vrijheid, jezelf kunnen geven voor anderen. Dat herken ik in de Bijbel en in liederen en zo wordt dat een heen en weer van ervaringen en teksten. Die teksten zijn voertuig  van diepe ervaringen van erbarmen, en van bevrijd worden van al ons gedoe. Dat geeft een autonomie ten opzichte van veel in het leven die ik iedereen gun.’

Dood tij

‘Natuurlijk, soms is het dood tij en dan gebeurt er niks en heb je geen idee waar je mee bezig bent, alleen dat je op het pad zit en dat je wacht. Dat is lastig te verenigen met onze consumptiemaatschappij. Daar moet iets zich meteen uitbetalen: “Heb ik er niks aan, dan ga ik weer verder.” Maar zo werkt het geloof niet. Ik ben nu dertig jaar predikant en soms denk ik: “Oh, wacht even, is dit óók de rijkdom van het avondmaal? Is dat óók een betekenis van een zin uit het Onze Vader?”

Ik ervaar geloven als een labyrint, je gaat steeds dichter naar de kern toe, ook als je denkt dat je ervan af gaat. Je hebt geduld nodig en je moet ervoor kiezen om dat pad te blijven gaan. Er zijn heel veel andere manieren om de werkelijkheid te ervaren en te overdenken, maar voor mij is dit het rijkste pad: de weg, de waarheid en het leven zogezegd.’

Houden van de kerk

Met veel liefde spreekt Greteke over de kerk. ‘Ik ben opgegroeid in de kerk en heb er altijd van gehouden. Het is mijn wereld. Ik houd van de rust die er is, van de verwijzingen naar een ander leven: naast de wereld van geld en presteren is er één van inkeer en openstaan voor het mysterie dat zich op één of andere manier in het leven voordoet. En van zorgzaamheid voor anderen, die ook zorgzaam zijn voor mij. We trekken met elkaar op en slepen elkaar door moeilijke periodes heen. Dat gezamenlijke, daar houd ik van. Zo houd ik het nu al dertig jaar vol.

‘Wensplein voor vrede’ – kunstwerk voor de Muiderkerk

‘Dat ik nu de laatste jaren van mijn predikantschap in Amsterdam mag werken vind ik een groot geschenk. En dan speciaal in deze buurt die vol is van moderne levensvragen. Hoe ga je met elkaar om als je heel verschillend bent? Er wonen hier moslims, Antilianen, Surinamers, oorspronkelijke Nederlanders, honderdzestig nationaliteiten! Er is armoe, eenzaamheid, veel mensen die zich maar met moeite staande houden.

Ik hoop dat we als kerk een bijdrage kunnen leveren aan het goede samenleven

Ik hoop dat we als kerk een bijdrage kunnen leveren aan het goede samenleven in oud-Oost, iedereen heeft veel te geven. Toen ik hierheen ging dacht ik: dit is nog één kans om te kijken of het evangelie echt van waarde is voor de tijd van nu. Gaat het nou werkelijk ergens over of niet? Dat onderzoeken in deze omgeving is deel van mijn geloofsweg en mijn predikantschap. Hoe vind je, net als Jezus, de innerlijke vrijheid om de ander die je vreemd is liefdevol aan te zien en ook te accepteren als een mens die tekort schiet, net als ik zelf? En het dan met elkaar te kunnen uithouden, omdat zó het leven goed is.’

Interview en foto’s: Matthijs Hoogenboom (communicatie Protestants Amsterdam)