door Koos van Beelen
In juni had ik als oud-tienerwerker een reünie met mijn oude tienergroep van de Nassaukerk. Wat ik aantref is nog steeds dat fantastische zooitje ongeregeld met een aanstekelijk enthousiasme.
De tienergroep heeft acht jaar lang gedraaid. Nu gaan de meesten studeren of werken, ze zijn al een tijd tiener-af. Ik ben benieuwd hoe zij de tienergroep hebben beleefd en wat zij daaruit meenemen. Daarvoor ga ik met hun in gesprek aan de hand van een aantal stellingen.
‘Gebruik één woord om de Nassaukerk te beschrijven’
Een van de jongeren vat het samen met: leuk, gezellig en sfeervol, maar het belangrijkste is sfeervol. ‘Luidruchtig’, roept er eentje. ‘Haha dat zijn jullie zeker!’, val ik hem bij. ‘Samenhorig en inclusief, iedereen mag erbij’, is een reactie en: ‘Het is mooi dat er een pridevlag buiten hangt.’ ‘Je liet ons vrij’, zegt een van de jongeren. En dat was fijn, want: ‘We waren vaak wel echt vervelende kinderen. We wilden niks, niet meer kleuren, niet meer zingen. En toch gaf je ons elke keer weer allerlei opties om samen te doen. Dat maakte dat we bleven.’
‘De kerk heeft mij gevormd tot wie ik nu ben’
Terwijl we doorgaan naar de volgende stelling wordt er kauwgom uitgedeeld, raakt de concentratie op de achtergrond en gaat het ineens over het wisselende kapsel van een van de jongens. Ik voel mij weer helemaal tienerwerker en roep de groep bij de orde: terug naar de stelling, mensen! Iemand besluit te reageren: ‘Ik denk dat de kerk ons wel gevormd heeft, zeker nu we in Taizé zijn geweest. Anders had ik helemaal niet in God geloofd en nu ben ik er toch wel een beetje mee bezig.’ Een ander vult aan: ‘En de mensen die ik hier heb ontmoet, hebben me ook gevormd’.
‘Ik voel mij welkom/gekend bij de mensen van de Nassaukerk’
‘Ja zeker, ook toen ik hier minder vaak kwam, herkenden de mensen mij altijd nog wel. Gaven ze ons complimenten als we weer iets in de kerk hadden gedaan met de kerstmusical ofzo. Dat vond ik altijd heel waardevol.’ Een ander knikt: ‘Zij weten echt wel wie wij zijn en genieten ervan als we weer iets doen. Nooit verwijtend over dat we er te weinig zijn, maar altijd heel enthousiast als we er wel zijn.’ De jongeren beginnen spontaan warme herinneringen uit te wisselen over hun contact met de gemeenteleden. Mooi om te zien!
‘Dit vond ik het meest waardevol…’
Na een lange stilte komt een antwoord dat ik eerder hoorde: de mensen en de liefde die je voor elkaar hebt. Met als onverwachte aanvulling: ‘Vooral Taizé was waardevol voor mij.’ Ik vind het verrassend hoe ze hier inhoudelijk over hebben nagedacht. Het christelijk geloof en de Bijbel relevant maken voor jongeren was en is voor mij een grote uitdaging. Hoewel de jongeren vooral naar de tienergroep kwamen om hun vrienden weer te zien, blijkt dat ze wel altijd de verwachting hadden dat er iets met kerk en geloof gedaan werd. Daar hebben ze nog steeds goede herinneringen aan. Het was voor hen een moment in de week om creatief bezig te zijn met het geloof, toch eigenlijk iets heel persoonlijks. ‘Best wel een uitdaging om dat te verbinden, zeker met ons’, begrijpen de jongeren nu.
‘Wat vond je stom aan de kerk?’
Deze vraag maakt de tongen los. ‘Ik vond het reuze ongemakkelijk als kind dat, als ik een lelijke tekening had gemaakt en die dan voorin de kerk moest laten zien, iedereen beweerde dat ‘ie zo mooi was!’ Gelach weerklinkt, dit wordt herkend. ‘Ik vond het altijd heel irritant als ik naast mijn vader in de kerk zat, want die zong altijd heel hard en dan schaamde ik mij vreselijk.’O, daarom noemde je zelf het woord ‘luidruchtig’ toen je een eigenschap van de tienergroep moest noemen’, dien ik hem van repliek. Weer gelach.
Welk cijfer zou je de tijd bij de Nassaukerk geven tot nu toe?
Deze groep jongeren geeft zeker een acht aan hun tijd in de Nassaukerk. ‘Stel je voor dat er geen tienergroep was geweest, dan hadden we elkaar nooit zo goed gekend en mooie dingen meegemaakt.’ ‘De kerk en zeker Taizé, hebben echt een impact gehad op mijn leven.’ ‘Ik had anders nooit zoveel goede vrienden gehad als nu.’ Ze blijven elkaar nog regelmatig opzoeken bij de vieringen van Taizé in Amsterdam.
Na afloop drinken met elkaar nog een drankje in het café verderop. ‘En, heb je ons een beetje gemist?’ wordt me gevraagd. Ja, nu ik dit zooitje ongeregeld weer een avond heb meegemaakt, doe ik dat zeker. Maar ik ben ook blij en dankbaar voor deze mooie jonge mensen en de basis die de Nassaukerk, en ook de tienergroep, aan hen kon meegeven.
Koos van Beelen is jeugdwerkadviseur van de Protestantse Kerk Amsterdam