“Het moeilijkste van opvoeden vind ik loslaten van hoe ík denk dat het goed is.”

Het is de Week van de opvoeding. Drie ouders vertellen hoe zij hun (geloofs)opvoeding vormgeven. Wat vinden ze lastig, en wat geeft inspiratie? ‘Het geloof is voor mij belangrijk, omdat het me inspiratie geeft en het me uit mijn dagelijkse routine haalt. Ik zou willen dat mijn kinderen dat ook zo ervaren.’

Corina

‘Ik hoop dat mijn kinderen gezonde, gelukkige mensen worden, die beseffen dat ze niet alleen zijn op de wereld. Dat ze iets voor een ander over hebben, en relaties aangaan met andere mensen. Dat is waar onze opvoeding op gericht is geweest, en dat is nog steeds zo.

Het geloof is voor mij belangrijk, omdat het me inspiratie geeft en het me uit mijn dagelijkse routine haalt. Ik zou willen dat mijn kinderen dat ook zo ervaren. 

Maar mijn doel was niet om het gelovige mensen te maken, dat moet echt uit henzelf komen. We hebben altijd meegegeven: ‘dit is wat wij geloven, maar er zijn ook andere manieren’. Ik vind het jammer dat ze niet meer naar de kerk gaan, maar ik vertrouw erop dat er een connectie is tussen hen en God.

We hadden en hebben nog steeds verschillende rituelen, zoals lezen in de Bijbel en bidden voor het eten. In de vakantie branden we ook altijd een kaarsje in een kerk. Deze zomer is mijn zoon voor het eerst alleen op vakantie geweest, en toen heeft hij ook een kaarsje gebrand. Dat vond ik wel heel bijzonder.’

Guy

‘Ik denk niet dat je mijn eigen opvoeding los kunt zien van hoe ik nu mijn kinderen opvoed. Bij mijn moeder komt het bewustzijn vandaan dat het uitmaakt wat je doet. Je kunt het verschil maken met jouw keuzes. Of je die persoon nu wel of niet belt – dat maakt uit. Ze is heel betrokken bij mensen en dat geef ik ook door aan mijn kinderen. Van mijn vader heb ik het luisteren naar anderen geleerd. Ik probeer dus ook goed naar mijn kinderen te luisteren: waar staan ze nu, wat hebben ze nodig? Ik wil ze meegeven dat ze mogen uitproberen, mogen spelen en fouten mogen maken. 
En ook dat ze niet alleen op de wereld zijn. We hebben het goed en dat biedt ruimte om te delen met anderen. We maken hen bewust van waar hun eten vandaan komt, door ze frambozen te zien laten groeien in de tuin, of naar de biggen op de boerderij te gaan kijken. Het moeilijkste van opvoeden vind ik loslaten van hoe ík denk dat het goed is. Er zijn nu eenmaal meerdere manieren om het leven te leven. Iedereen is anders en dat is juist ook heel mooi.’

Karin

‘Ik wil mijn kinderen meegeven dat er iemand is bij wie ze altijd terecht kunnen, no matter what. Dat is mijn dagelijks gebed: dat ze geliefd zijn door de hemel en door ons. We bezoeken de Noorderkerk. Ik vind het belangrijk dat ze zich ook daar gekend voelen, en geliefd door de gemeenschap. Dat ze voelen dat ze onderdeel zijn van een keten in de tijd. Als een soort schouders waarop je kunt steunen, kunt uithuilen en op kunt staan. In de opvoeding vind ik dankbaarheid belangrijk. Dankbaar voor de plek waar ze mogen opgroeien, de kansen die er zijn, vrede en

veiligheid. Dat is echt niet vanzelfsprekend. We geven ze daarom ook verantwoordelijkheid mee. Dat je in dit land leeft, op deze plek, betekent ook dat je verantwoording hebt af te leggen. Aan God en aan andere mensen in deze wereld. Wat doe je met alles wat je gegeven is?
Geloof is een belangrijke inspiratiebron in de opvoeding. Maar ook van gesprekken met andere gemeenteleden heb ik een aantal wijze lessen geleerd. Aan de ene kant hele praktische dingen, maar ook een bepaalde relativering of nuchterheid. Als ik me druk maakte kreeg ik het advies: laat het maar over aan God, breng het in gebed, en dan is het goedve.’