In elke editie van ADAM Magazine gaan mensen met elkaar in gesprek over een relevant thema. Deze editie geven we het woord aan Rachelle van Andel van de Vrijburgkerk en Amir Smits van de Soefi Beweging. Beiden hebben het thema van deze keer hoog in het vaandel staan: vrijheid in het geloof.
Rachelle: ‘Om te spreken over vrijheid is het voor mij van groot belang om eerst naar de basis te gaan. Naar wat je heeft gevormd. Ik kom uit een dorp van 3000 inwoners. Mijn grootvaders werkten met hun handen. In de mogelijkheden en beperkingen die ze hadden, ervoeren zij geestelijke vrijheid, wars van kerkelijke conventies en normen. Maar lichamelijk en maatschappelijk waren ze minder vrij. Ik heb van hen geleerd om de mens tegemoet te gaan zonder oordeel, uit liefde. Nu sta ik op de schouders van mijn grootvaders.’
Amir: ‘Ik had niet zo veel grond. Ik ben niet in een stabiele, maar eerder een problematische situatie opgegroeid. Daarbij miste ik de kracht van het geloof. Als kleuter voelde ik me al aangeraakt door de ongeziene wereld. Ik keek naar de EO op televisie en hoewel ik niet kon snappen waar het over ging, zag ik iets in die devotie wat me mateloos fascineerde. Mijn moeder faciliteerde me daar later in. Ze zei: ‘Ik wil wel boeken voor je kopen, maar jij moet je eigen keuze maken.’ Ik verslond de kinderbijbel, kinderkoran en hindoeïstische verhalen, want ik wist: er moet meer zijn. Ik wilde niets uitsluiten. Als tiener las ik Plato, en De ziel van waar waarheen? van Inayat Khan (grondlegger van de Internationale Soefi Beweging, red.). Hij gaf precies woorden aan wat ik als vierjarige gevoeld had. Aha, er is dus meer.’
Rachelle: ‘Dat herinnert mij aan Paulus (brief aan de Galaten, red.), die schrijft: ‘Je bent geroepen tot vrijheid.’ Dat gaat over persoonlijke, geestelijke, maar ook over maatschappelijke vrijheid én het nemen van verantwoordelijkheid.’
Rachelle van Andel (1991) is predikant bij de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten in Vrijburg Amsterdam. Ze woont samen met haar vriend. Vrijzinnig protestantisme is een ondogmatische stroming binnen het christendom waarin eigen inzicht een grote plaats inneemt.
Amir: ‘Een van de waarden van de Soefi Beweging is geestelijke vrijheid. Je hebt wel context nodig om dat hoge ideaal te kunnen bereiken. En daarom hebben wij de innerlijke school (innerlijke ontwikkeling met een begeleider, red.). Die wordt niet geleid door iemand die je zogenaamd de weg wijst, maar door iemand met ervaring die naast je staat. Voor ons geldt: iedere ziel komt op aarde met zijn eigen licht; een zoeklicht om daarmee zijn doel op aarde te vinden. En elke ziel heeft een andere toon. Samen vormt dat een symfonie.’
Rachelle: ‘Dus het gaat ook om het oefenen met onderscheidingsvermogen.’
Amir: ‘Ja, om te kunnen horen wanneer er ruis op de lijn is.’
Wij en ik
Rachelle: ‘Ik merk dat jij spreekt over ‘wij’. Ik spreek bewust over ‘ik en mij’. Dat doe ik omdat ik recht wil doen aan de diversiteit binnen de christelijke traditie.’
Amir: ‘Ik zie in hoe kostbaar het is, de taal. En dat je als predikant oppast dat je geen mal maakt waar iedereen maar in moet passen. Wij vermijden het woord ‘ik’, omdat het een ego-manifestatie kan zijn.’
Rachelle: ‘Het ‘ik’ is ook een vorm van individualisme. In het dorp waar ik vandaan kom was er echt een gemeenschap waar je bij elkaar terecht kon. Tegelijkertijd kon het verstikkend zijn om te ‘moeten’ voldoen aan hoe het zogenaamd hoort. Pas later, toen ik weg was uit het dorp, leerde ik dat het juist van levensbelang is om je kwetsbaarheid ook met elkaar te delen.’
Amir Smits (1966) is hoofd van de innerlijke school Nederland van de Internationale Soefi Beweging. Hij heeft een latrelatie met zijn Curaçaose vriend. Het soefisme is een mystieke spirituele traditie met wortels in de islam en het oosters christendom. De Internationale Soefi Beweging is in 1923 door Hazrat Inayat Khan opgericht om alle Europese en Noord-Amerikaanse Soefi Centra onder één paraplu te brengen.
Amir: ‘Wij spreken vaak over de maskers die we opzetten om onze kwetsbaarheid te verbergen en ons grote open hart te beschermen. Hoe word je je hier bewust van? En hoe kun je ze stukje bij beetje afzetten? Want dat is niet niks. Als jouw licht ineens alles zichtbaar maakt wat voorheen verborgen was achter je maskers, kan dat enorm confronterend zijn. Zie maar eens vrede te maken met dat wat je nooit wilde zien.’
Rachelle: ‘Dat gaat over persoonlijke verantwoordelijkheid. Hoe kies je voor het goede? Voor welke waarden leef je? Als het goed is, helpt het geloof je daarbij.’
Geestelijke vrijheid wordt anarchie
Amir: ‘Voor de soefi’s geldt: wij zijn naar de aarde gestuurd door God. Hij heeft ons hier liefdevol losgelaten, zoals een vader zijn kinderen loslaat. En hij kan alleen maar hopen dat we ons naar het licht draaien en zijn liefde beantwoorden. Dat vraagt verantwoordelijkheid in combinatie met liefde. Geestelijke vrijheid wordt anarchie, maar als het ingebed is in het ideaal van liefde en harmonie, dan is schoonheid het gevolg.’
Rachelle: ‘De filosoof Isaiah Berlin spreekt van ‘negatieve vrijheid’, vrij zijn van de inmenging van buitenaf, en ‘positieve vrijheid’, hoe geeft men de eigen vrijheid vorm?’
Amir: ‘Er zit verschil tussen ‘vrijheid van’ en ‘vrijheid tot’. Ben je ergens van verlost of heb je de mogelijkheid ergens toe? Het laatste begrip, vrijheid tot, is voor mij persoonlijk de reden om op aarde iets toe te willen voegen.’
Kiezen voor het goede
Rachelle: ‘Dat doet me denken aan oudtestamentisch beeld van het volk van Israël dat door de woestijn geleid wordt naar de vrijheid en geroepen wordt. Als ze van het slavenjuk bevrijd worden (vrijheid van), dan blijkt het heel moeilijk te zijn om elkaar uit liefde te blijven dienen en telkens weer te kiezen voor het goede.’
Amir: ‘We gebruiken in het soefisme graag een toetssteen: wanneer is het kleine ikje aan het woord en wanneer is iets dienend? En is naar verwachting harmonie het gevolg? Een zinvolle vraag. Maar soms, heel soms, is toch disharmonie gewenst.’
Rachelle: ‘En vergeet niet de kracht van heilig polariseren. We zijn niet allemaal hetzelfde. Af en toe moet je even goed clashen. Zonder dat je iemand vastzet, zo van: jij bent zo en ik ben zo. Je hebt een gemeenschap nodig om daarmee te oefenen.’
Amir: ‘En zo kun je leren van diversiteit van het leven. Waarheid zoeken én de waardigheid intact laten. Hopelijk werkt het als een steen in het water, heeft het een rimpeleffect. Want wat kan wat wij doen in de geloofsgemeenschap voor de wereld betekenen? Kwelt die vraag je wel eens? Ik zou zo veel meer willen bewerkstelligen. Maar tegelijkertijd voel ik een soort bescheidenheid naar God. Ik kan alleen maar doen wat ik kan.’
Jouw cirkel van invloed
Rachelle: ‘Ja, natuurlijk. Het gaat ook over de vraag waartoe jij op dit moment geroepen bent en wat jouw cirkel van invloed is. Wat kun je daadwerkelijk doen? In eerste instantie ligt mijn taak toch bij deze gemeenschap. Tegelijkertijd vind ik het van groot belang om juist vanuit onze positie onze handen uit te strekken naar de nood van de wereld. In onze kerk zijn ook een aantal klimaatactivisten die ons scherp houden. En laatst organiseerden we een solidariteitsmaaltijd met mensen zonder de juiste verblijfspapieren.’
Amir: ‘Maar dat blijven individuele acties.’
Rachelle: ‘Ja. Je raakt daar wel een snaar.’
Amir: ‘Bij ons ook hoor. We willen graag dienstbaar zijn aan onze medemens, aan al wat leeft. Ik heb het naïeve idee dat als ik vijf mensen inspireer, en zij weer vijf mensen inspireren, het een rimpeleffect heeft.’
Rachelle: ‘Dat loopt parallel met het innerlijke werk dat jij doet en wij op onze manier in de gemeenschap ook doen. Hoe kun je aanwezig zijn zonder iets meteen op te moeten lossen? Hoe kun je aandacht oefenen, je blijven verwonderen? Soms zit hem dat in de grote vraagstukken, maar soms ook in de kleine dagelijkse dingen. Voor mij geldt dat bijvoorbeeld voor dansen. Als ik dans, voel ik mij vrij. Ik houd er ook van om zonder plan door de stad te zwerven en zo een landschap van aandacht te creëren.’
Amir: ‘Dat is ook vrijheid.’
Rachelle: ‘Dan breekt de hemel open. En de ander breekt open. Als ik door het Beatrixpark loop naar mijn kerk, zie ik een herdenkingsmomument voor de genocide op de Tutsi’s in Rwanda waar ik echt even blijf staan en stil van word. En vervolgens kom ik de Vrijburgkerk binnen en voel ik hoe het bruist, leeft en lacht. Daar geniet ik van.‘
Mensen in de marge
Amir: ‘Mooi hoe je dat zegt. Hoe vaak je niet zonder aandacht langs plekken en mensen loopt. Het herinnert me aan een retraite in Delhi, midden in een van de armste wijken. We kregen de opdracht: ga eens rondwandelen en observeer hoe je jezelf verhoudt. In eerste instantie had ik de neiging om er snel doorheen te rennen. Maar toen begon ik me af te vragen hoe ik mij tot iemand verhoud, die zonder benen langs de kant van de weg zit. Uiteindelijk heb ik geprobeerd om met mijn hand op mijn hart de mensen te zien. Maar het was confronterend. De grootste les die ik daar heb geleerd is de waarde van aanwezigheid en een luisterend oor.’
Rachelle: ‘Als iemand me op straat om geld vraagt, geef ik niet altijd iets, maar wel een ‘ik zie je’; een groet, een knik. Ik gebruik in mijn theologie graag het beeld van een caleidoscoop. In Nederland heeft hoogleraar Gloria Wekker dit raamwerk onder de aandacht gebracht. Dat gaat over maatschappelijke vrijheid; intersectionaliteit en het erkennen van identiteiten (bijvoorbeeld religie, gender, seksuele voorkeur, klasse). De caleidoscoop helpt me om meerstemmig te luisteren en te kijken. Net als Jezus, die ging niet naar de machthebbers, maar was er juist voor de mensen in de marge.’
Amir: ‘Door met aandacht te kijken, kunnen we veel problemen oplossen. Het betekent dat als we ons innerlijk kompas bijstellen, met onze religie als ondersteuning, alles kan veranderen. Ik vind dat een heel bemoedigend idee.’
Foto’s: Marloes van Doorn