Vieren in de kerk is misschien toch wel een raar begrip. Ik weet nog dat ik vroeger, in de harde kerkbankjes met dreunend orgel, de kerkdienst niet echt als een feestje beschouwde. Het was niet iets waar ik voor mijn lol naartoe ging. En ik dacht, welke jongere en tiener eigenlijk wel?
Vieren kreeg voor mij voor het eerst een beetje vorm toen ik tienerwerker werd in de Oude Kerk. De mooie muziek, de mensen die samen in pijen naar binnen schrijden, de eeuwenoude woorden en het delen van brood en wijn hadden een schoonheid in zich die ik echter niet begreep. Bij de tieners merkte ik hetzelfde. Ergens werden ze geraakt door die schoonheid, maar net als ik snapten ze het niet altijd. Dat bracht me op het idee om samen met hen die ingewikkelde en mooie liturgie eens te gaan onderzoeken. Daarvoor hadden we hulp van buitenaf nodig, want ik had overduidelijk niet alle antwoorden.
En dus nodigen we nu elke week iemand uit om bij ons te komen zitten en met ons een bepaald onderdeel van de liturgie te bespreken. Een onderdeel waar díegene enthousiast over is en waar wíj weinig vanaf weten. Samen ontdekken we waarom mensen vrijwillig naar de kerk gaan en daar ook nog plezier aan beleven.
Tot nu toe levert dat leuke tienerkringen op. We kwamen erachter dat je in het kyriegebed alle sh*t van het leven gewoon op Gods bordje kunt dumpen, zodat je met een lichter hart verder kan gaan. We maakten daarom onze eigen gebeden met krantenkoppen voor de dingen die wij belangrijk vonden. Daarnaast leerden we dat het avondmaal net zoveel betekenissen heeft als één enkele emoji, maar dat wij toch vooral hielden van dat samen delen en dat samenzijn vieren.
Langzamerhand krijgen nu die pijen, de muziek, het brood en de wijn meer betekenis. En wie weet leren we daardoor ook steeds meer waarom we vieren in de kerk. De komende tijd staan bijvoorbeeld de zegen, de vraag ‘waarom ga je naar de kerk als je niet gelooft’, de gaven voor de diaconie en de voorbeden nog op de planning.
Waarom en hoe ‘vieren’ we door deze dingen te doen? En wat vieren we dan? Ik laat de vraag nog even open, maar denk gerust met mij mee!
Tekst: Esther van der Velden