‘Niet zo lang geleden liep een jonge vrouw op zondagavond naar binnen met de vraag:
‘Dit is voor het eerst dat ik in de kerk kom. Mag ik gewoon naar binnen lopen?’ Ik vond
dat zo bijzonder. En dan denk ik: ‘Daar doen we het voor!’ En ik hoop dat we dit vaker
zullen meemaken. Als kerken kunnen we het gevoel hebben dat we in de marge zijn
verdwenen. Maar ik geloof dat we er juist mogen zijn voor die ene persoon, die ene
zoeker, die ene vragensteller, die ene twijfelaar, die ene verschoppeling.
Wat ik bijzonder vind is dat er op wonderlijke wijze altijd wel weer mensen op mijn weg
komen die meer over God willen weten en/of die hun geloof meer handen en voeten
willen geven. En dat geldt dus ook voor studenten en millennials. Daar ervaar ik iets van
God zelf die mensen aanraakt. Dat ontroert me. Op zondagavond ontmoet ik een
bijzondere variëteit aan mensen. Mensen waarvan ik denk: ‘Die zouden elkaar nooit
opgezocht hebben.’ Maar in die Engelse Kerk ontmoeten ze elkaar en leren ze elkaar
kennen.
Ik ben trots op een kleine groep enthousiastelingen die met elkaar veel werk
verstouwen. Een mooi team om mee samen te werken zodat we daadwerkelijk die plek
kunnen zijn waar iedereen welkom is, waar mensen de ruimte krijgen om te ontdekken
wie Jezus is, waar studenten uitgedaagd worden om hun vragen over God vooral te
stellen, waar zondagavond een plek van rust, ontmoeting en inspiratie is.
Ik heb een poosje gedacht dat ik met veel drukte de kerk op de been kon houden.
Iemand wees me toen op een tekst waarin gesproken wordt over het delen van het
evangelie, in combinatie met het delen van je leven: In die gezindheid, vol liefde voor u,
waren we niet alleen bereid u te laten delen in Gods evangelie, maar ook in ons eigen
leven. Zo dierbaar was u ons geworden (1 Tessalonicenzen 2:8). En dat is sinds die tijd
veel meer mijn stijl van leven en werken geworden. Ik wil mijn leven delen met anderen
en in die ontmoeting/verbinding komt er altijd wel ruimte om iets te delen van mijn
geloof, mijn vragen, mijn hoop.