Het is 4 mei aan het Brinkplein, in een uithoekje van Amsterdam. De struiken staan in bloei en de eerste rozen beginnen uit te botten. Het uurwerk op het betonnen torentje op de hoek geeft kwart voor acht aan. Bij het bloemenperk eronder beginnen buurtbewoners zich zacht pratend te verzamelen. Een paar oudere dames met een rollator, een mevrouw met een hondje en een aarzelend voortstappende meneer, steunend op een stok. Even later sluit een jonge moeder zich aan, met haar kindje in de draagdoek.
Aarzelend groeit het groepje aan met nieuwe mensen, waarvan het grootste deel een door het leven getekende indruk maakt. Een paar jeugdige studenten voegen zich er op het laatste moment nog tussen en langzaam verstillen de geluiden.
Daar is Annie, de buurtmoeder, die al overgrootmoeder is en de oorlog nog heeft meegemaakt. Zij is het brein achter deze 4 mei herdenking op het pleintje en heeft gezorgd voor een kleine gedenksteen van roze graniet in het kale perkje voor de uit Betondorp gedeporteerde joodse mensen.
Annie is een lieve en trotse volksvrouw die veel van het leven gezien heeft en zich in het spoor van haar socialistische vader inzet voor iedereen die kwetsbaar is in deze wijk. Hij was een verzetsman en zo neemt Annie het ook steeds weer op tegen dingen in onze samenleving die ze als onrechtvaardig ervaart. Samen zingen we uit volle borst de Internationale, een lied om een brok in de keel van te krijgen in dit rode arbeidersdorp. Maar ook zet Annie zonder aarzelen het Wilhelmus in want ook dat is een lied van geloof en verzet. Waar zouden wij zijn zonder mensen als zij, die met haar rode hart onvermoeibaar tegen de alledaagse machteloosheid , armoede en eenzaamheid ten strijde trekt?
Margrietha Reinders, buurtdominee en pionier in Betondorp.