Onlangs sprak ik een vriendelijke oudere dame die om de hoek van de Noorderkerk woont. Ooit was ze gedoopt in Jakarta, maar daarna niks meer. Nu zat ze (71 jaar later!) in de ochtenddienst. Na afloop sprak ze me aan en zei: ‘Ik ben ook zo’n tobber.’ Ik keek haar wat verwonderd aan. Zo tobberig was de preek toch niet geweest.
Ze doelde op iets anders. Ze had een stukje van de uitzending gezien waarin Kees van der Staaij (SGP) in gesprek ging met de Amsterdamse zanger Dries Roelvink. Dries had onverbloemd verteld over zijn angst voor de dood. Kees had hem onomwonden verwezen naar de kerk in zijn buurt: de Noorderkerk. ‘Ik viel middenin het programma’, vertelde de vrouw, ‘en hoorde de naam van uw kerk. Kunt u me helpen?’ Ik stond verbaasd. Dat van Dries was bekend, het kwam in shownieuws en de krant. Maar dat deze onbekende vrouw daar nu op afkwam was een complete verrassing. We maakten een afspraak. Eerlijk verhaalde ze dat elk sterfgeval haar aangreep en dat ze niet snapte dat er op veel begrafenissen en crematies zo luchtig over werd gepraat. Ze zei: ‘Ik heb nooit geloofd en weet ook
niet hoe dat moet.’ Tijdens ons gesprek bleek ze vroeger wel het ‘Onze Vader’ op school geleerd te hebben. Ze kende het nog steeds en begon het op te zeggen. Ik heb haar toen maar verhaald over die Vader, die ons deze woorden op de lippen legt. Gezegd ook dat Hij ze wat graag van ons hoort en ze verhoort. Verrast keek ze me aan. Alsof ze het toch nog niet helemaal vertrouwde, vroeg ze: ‘Zou u dat ook tegen die meneer Van der Staaij zeggen?’ Ik knikte en zei: ‘Ik zou niks beters weten.’
Ds. Paul Visser is pionier-predikant voor de Noorderkerk