Wessel Stoker: ‘Het onzichtbare zichtbaar maken’
  • Berichtcategorie:Archief
  • Bericht gepubliceerd op:11/02/2019
  • Laatste wijziging in bericht:23/02/2022
Paasmorgen (1995), Gijs Frieling, Museum voor religieuze kunst, Uden.

Kunst als vindplaats van God
Meer dan de helft van de Nederlanders noemt zich tegenwoordig atheïst, agnost of niet-religieus. Betekent dit dat God verdwijnt uit ons land? Volgens Wessel Stoker niet wanneer je kijkt naar het werk van moderne kunstenaars.

Het godsbeeld van een almachtige en alwetende God – bijvoorbeeld van Michelangelo – is al lange tijd ver te zoeken. Maar Wessel Stoker weet bij moderne kunstenaars wel verwijzingen naar God of moderne godsbeelden te ontdekken. Al in zijn boek Kunst van hemel en aarde uit 2012 weet hij het gesprek over het godsbeeld mijlen verder te brengen dan het ‘ietsisme’. Hij onderscheidt drie godsbeelden in de beeldende kunst met de volgende kenmerken: 1. radicale transcendentie, god en mens verschillen radicaal, 2. radicale immanentie, het goddelijke is niet te vinden buiten de werkelijkheid van de aarde, maar is deel van onze wereld en van onszelf, 3. immanente transcendentie, er is een god die schepper en verlosser is van de wereld en aanwezig is bij de mensen.

Het onzichtbare zichtbaar maken
Alle religies in de geschiedenis hebben zich zorgen gemaakt over wat het betekent God af te beelden, denk aan het Bijbelse beeldverbod. De gedachte dat God niet in figuratieve kunst is uit te beelden, heeft dan ook oude papieren. Er is soms om gestreden. Religies hebben elegante, intrigerende en soms onbeholpen manieren gevonden om met dit dilemma om te gaan. Tijdens het symposium God in de hedendaagse kunst in april 2017 bleek uit vijftien voordrachten dat God ook in kunst van vandaag de dag dikwijls aanwezig is. Hedendaagse literatuur, beeldende kunst, muziek, film/videogames en performance blijken een vindplaats van God te zijn, met verschillende visies.

Kunst als vindplaats van God
In het boek dat verslag doet van het symposium en dezelfde titel heeft (redactie Marcel Barnard en Wessel Stoker) komt de vraag aan de orde in hoeverre mensen die zich seculier noemen toch met gelovige ogen kijken. Het gaat daarbij soms om een vermoeden van God in een ‘natuurlijke theologie’. Dat wil zeggen het goddelijke ontdekken via de natuur of de rede, zonder een beroep te doen op een openbaring via de Bijbel. Het boek benadrukt dat het beeld niet het sluitstuk is; de kunst geeft ‘hints’. Je wordt uitgedaagd als kijker om het beeld te interpreteren en niet als een passieve consument te ondergaan. Misschien kun je dan iets van het goddelijke in het beeld benaderen.

Figura Divina
Het symposium was een initiatief van Figura Divina, een collectief van academici aan Nederlandse universiteiten dat aandacht wil vragen voor de diepgaande verbinding tussen kunst en religie. Dat doet zij door het organiseren van symposia en het uitgeven van boeken. Stokers nieuwste boek is het eerste in een serie publicaties van Figura Divina, waarvan hij oprichter is. Tijdens het symposium ging Wessel Stoker in gesprek met (muur)schilder Gijs Frieling. Frieling vertelde over het religieuze in zijn schilderkunst, waarin de voorstelling een voertuig is voor de kleur, bijvoorbeeld in zijn schilderij Paasmorgen. Door voorstellingen te maken, zegt hij, verbind je het beeld aan taal, dus ook aan een specifieke godsdienstige inhoud.

Kunst met christelijke thema’s
In zijn nieuwe boek God opnieuw verbeeld: een theologische kunstbeschouwing, bespreekt Stoker het werk van vijftien moderne kunstenaars, onder wie Van Gogh, Marlene Dumas en Marc Mulders, die op een vernieuwende wijze met religieuze beelden werken in hun kunst. Soms is presentie van God of Christus kenmerkend voor hun kunst. Soms stellen zij vragen over het menselijk bestaan. Wessel Stoker is van mening dat beeldcultuur een leemte vormt in de protestantse theologie.
Het protestantisme is een woordreligie en heeft het beeld, als communicatiemiddel naast poëzie en muziek, verloren. Maar dat verandert. De belangstelling in de kerk voor kunst is sinds enige tijd weer aanwezig. In de openbare sfeer of in het museum is religie in Nederland weinig een thema, met uitzondering van de religieuze musea. In landen als Frankrijk en Duitsland is er meer plaats voor religie in het museum. Stoker benadrukt dat musea in Nederland vaak tekortschieten in hun presentatie van moderne kunst. Zij vergeten de religieuze betekenis ervan te onderkennen of toe te lichten. Dat is een gemis. Want veel mensen ervaren een andere werkelijkheid, die het gewone leven overstijgt. Kunst kan die andere werkelijkheid in beeld brengen.

Wessel Stoker. Foto: Tj de Reus

Wessel Stoker was predikant in Tiel, Eindhoven en Amsterdam (Osdorp). Hij was als godsdienstfilosoof verbonden aan de Vrije Universiteit en bekleedde daar de bijzondere leerstoel Esthetica (faculteiten Theologie, Wijsbegeerte en Letteren). Sinds 2011 is hij met emeritaat en tot voor kort was hij als gasthoogleraar aan de VU verbonden. Hij schreef onder meer Is vragen naar zin vragen naar God? en Is geloven redelijk? Over kunst schreef hij Kunst tussen hemel en aarde; Het spirituele bij Kandinsky, Rothko, Warhol en Kiefer (2012). Begin mei komt een nieuw boek uit: God opnieuw verbeeld: een theologische kunstbeschouwing, bij uitgeverij Parthenon. Wessel Stoker woont in Amsterdam.

 

 

Tekst: Peter Idenburg