Wat maakt een mens tot mens? Bezig met het werk van de schrijver Maxim Februari doemt die vraag bij mij op. Van ongeveer heel zijn werk gaat een grote waarschuwing uit: ‘Pas op!’ Zonder ons daar al te veel van bewust te zijn, leveren wij ons helemaal uit aan de algoritmes van de big data en voordat wij het weten, zijn wij de controle over ons eigen bestaan kwijt. Nu zou je dat kunnen beschouwen als de bepaald niet onterechte zorg van de jurist die hij ook is. Maar bij lezing van zijn roman Klont viel mij pas op hoezeer hij dat ook voelt. Na Copernicus, Darwin en Freud, ervaart de mens voor de vierde keer dat hij niet het centrum van het heelal is. Hij leeft niet maar hij wordt geleefd.
Zonder aarzelingen downloaden wij corona apps op onze smartphone omdat de minister van Volksgezondheid ons dat zegt
De roman is ruim voor corona geschreven. Ik heb mij in deze dagen wel afgevraagd hoe wij die door waren gekomen als internet niet had bestaan. Ik heb de indruk dat de voorzichtige kritiek op de digitalisering van de samenleving helemaal is verdwenen. Zonder aarzelingen downloaden wij corona apps op onze smartphone omdat de minister van Volksgezondheid ons dat zegt. Maar aan de andere kant is het zonder meer waar dat de digitale samenleving ook een volkomen isolement van mensen heeft voorkomen. Met niets minder dan ontroering vertellen mensen mij hoe blij ze zijn dat ze tenminste online de kerkdiensten konden meemaken. Voorheen volkomen onbekende videoapps als Zoom en Hangouts konden hun opwachting maken en hebben voor de voortgang van ons werk gezorgd of tenminste voor veel hilariteit. Tegelijkertijd heeft nu juist deze noodgedwongen overgang tot ons digitale leven veel heimwee gewekt naar de daadwerkelijke ontmoeting van aangezicht tot aangezicht. Mensen zijn ook hopeloos ouderwetse dingen gaan doen: een puzzel leggen. Een stoofpot koken. Bier gaan brouwen. En gelukkig de mens die in boeken weet te verwijlen!
Mensen zijn ook hopeloos ouderwetse dingen gaan doen
In de roman van Februari krijg je de indruk dat de hoofdpersonage – een grote meneer in de digitale wereld – precies dat begint te ontdekken: het daadwerkelijke leven. De geur van soep, de liefde van zijn vrouw, de bevalling van zijn stiefdochter. De vrees van Februari is plotseling geen formele meer: hij vreest het einde van de menselijkheid.
In de kerk zoeken wij precies dat: de wegen tot de menselijkheid
In de kerk zoeken wij precies dat: de wegen tot de menselijkheid. Ook of misschien wel juist in ons digitale bestaan. Ergens merkt de joodse filosoof Levinas op dat het niet toevallig is dat de tamarisk die aartsvader Abraham plant als hij weer een beetje grond onder de voeten heeft, in het Hebreeuws met die drie eerste letters wordt geschreven die staan voor wat de een de ander daadwerkelijk te bieden heeft: voedsel, drinken en een onderdak. Dat gaat hem niet worden met breakout rooms en virtuele borrels. Daarvoor hebben mensen toch echt mensen nodig.
Geschreven door: Evert Jan de Wijer
Klik hier voor de online boekbespreking door Evert Jan.
In de Noorderkerk werd onlangs een symposium gehouden over Vrijheid en Big Data.