Thomas Hobbes heeft het in de 17e eeuw al opgemerkt: de mens is voor zijn medemens een wolf. De kerk is daarop geen uitzondering. Als samenleven en strijd bij elkaar horen, dan is het logisch dat we elkaar in de kerk soms de pan uit vechten. Een huilende kerkbestuurder is dan geen bewijs van een falende kerk. Het bewijst slechts dat de kerk een organisatie is als alle andere.
Wat wél bijzonder is, is dat het anders kan. Elke vorm van samenwerking en harmonie is een verworvenheid, tegen de klippen op. Zulke momenten verwijzen omhoog, naar een werkelijkheid die groter is dan de dagelijkse strijd.
Zo was ik laatst betrokken bij een stille tocht. De 27-jarige Ayla Mintjes was doodgeschoten, gewoon op straat in Slotervaart. Een paar dagen later kwamen we met buurtbewoners en nabestaanden bij elkaar.
Hoewel iedereen weet dat er vaker schietpartijen zijn, besloten wij: dit mag niet als normaal worden gezien. Hoewel niemand de dood van Ayla kon terugdraaien, besloten wij: iemand moet iets doen. Dat leidde tot een wonderlijke tocht, die het midden hield tussen herdenkingsritueel en protest, met mensen die elkaar anders nooit hadden ontmoet.
Het is misschien onvermijdelijk, maar het is niet goed dat er op straat geschoten wordt. En het is misschien normaal, maar het is niet goed dat mensen elkaar de pan uitvechten en elkaar in huilen doen uitbarsten. In de kerk, of waar dan ook. De mens is voor zijn medemens een wolf – daar moeten we echt iets aan doen.
Martijn van Leerdam, 1984, is predikant van de Sloterkerk en de Opgang in Osdorp & Sloten. De meeste mensen weten niet dat hij de beste tostibakker is van Amsterdam. Zijn columns zullen vooral gaan over geloof, politiek en literatuur.