Deze maand namen we afscheid van De Kwekerij als pioniersplek van de Protestantse Kerk Amsterdam. Een bijzondere situatie: ze gaan niet verder binnen onze kerk, maar stoppen ook niet – ze gaan verder als vereniging De Kwekerij. Met oprichter Guy Wijnen blikken we terug op de afgelopen jaren en kijken we vooruit. Wat waren hoogte- en dieptepunten, en hoe ziet hij De Kwekerij in de toekomst?
Hoe is De Kwekerij begonnen?
Het begon met Maarten Vogelaar die vanuit verschillende kerken werd uitgezonden om studenten aan te spreken op hun levensvragen en hen kennis te laten maken met een doorleefde overtuiging. Ik was ook bezig met workshops rondom zingevingsvragen, en zo kwamen we in 2015 bij elkaar, geïntroduceerd door een gemeenschappelijke vriend. We vonden elkaar in een gedeeld verlangen om ruimte te creëren voor de vragen die leven bij deze groep, en in een wederzijds vertrouwen en respect voor het perspectief van de ander.
We begonnen in de Rode Hoed, met thema’s als de quarterlifecrisis. Het was een groot feest: er waren openingsborrels, kweekvijvers, mestivals met wel 300 mensen. We gooiden wc-rollen van de balkons naar beneden, voor de ‘shit’ in de maatschappij waar we ‘mest’ van wilden maken. We gingen met een wortelpak de campus van de universiteit op. Echt pionieren was dat.
Na wat jaren rondzwerven kwam in 2018 de relatie met de Protestantse Kerk Amsterdam en begon de pioniersreis. We kwamen hier op de Corvershof terecht en kregen een vaste kantoorplek. Tijdens onze eerste lunch hier ontdekten we de Kas. Hoe mooi zou het zijn als we daar terecht konden? De toenmalige directeur, Paul van Oosten, zei ‘jahoor, doe maar!’ Het voelde echt als een warm welkom bij de PKA en de Diaconie.
Hoe vond je het om als niet-christen terecht te komen in deze christelijke organisatie?
In de samenwerking met Maarten merkte ik al: dit geloof, dit perspectief is echt de moeite waard. En ik zag dat Maarten er heel veel voor gaf, om dat in het leven van studenten aan bod te brengen. En ik zag dat het christendom anders is. Omkijken naar kwetsbaren, rust nemen, bidden – allemaal dingen die ik niet in mijn leven had. En ik merkte dat er heel veel zorg, liefde en aandacht in deze organisatie zit. Mensen zijn bereid te helpen en geven écht om elkaar.
Het maakte ook dat we konden uitbreiden, met vrijwilligers gaan werken, gaan bouwen. Het was heel lang zo onzeker. Het was ook een reis van heel veel vallen en opstaan.
Welke momenten zijn je bijgebleven?
Het eerste gesprek met Maarten is me altijd bijgebleven, de verbinding die ontstond in onze missies. En daarna: de kweekscholen waar we nieuwe trainers opleidden en het enthousiasme dat daar ontstond, het Mestival met die wc-rollen, de teamuitjes naar het strand en de meetings die altijd begonnen met een check-in.
De link met het diaconale: we zochten altijd mensen buiten de doelgroep op. Zo hebben we workshops gedaan met alleen gevluchte jongeren. En een ander hoogtepunt: de nominatie voor Alumnus van het Jaar van de Universiteit van Amsterdam. Na jaren van dichte deuren kregen we die nominatie en wonnen we zelfs de publieksprijs. Dat was een heel mooi moment, om van die kant een keer erkenning te krijgen.
En dieptepunten?
Ik vond de vele vertrekken van betrokken mensen, ook al hoort dat bij de doelgroep, wel zwaar. En de pioniersreis die toch nog onverwacht ten einde kwam. Ik wist toen ook niet meer hoe het verder moest. En dat laat ook wel zien hoe kwetsbaar het is geweest. Als er een vaste pilaar wegvalt, dan blijft er weinig over. We zijn toen gestopt met alle programma’s en ik ben gaan uitrusten.
In januari was er een bijeenkomst met alle betrokkenen bij De Kwekerij. En daar heb ik gezegd: ik wil dit niet meer alleen dragen. Dat voelde echt als opgeven, als falen. Want ik kon het echt niet meer. En toen stonden er gelukkig mensen op die zeiden: maar dit is toch De Kwekerij? We kijken naar elkaar om, we delen in elkaars leven. Je hoeft het niet alleen te doen. Heel bijzonder was dat.
Hoe zie je de toekomst van De Kwekerij?
Vanuit die bijeenkomst is een nieuwe, meer community-gedreven vorm ontstaan. We zijn nu met 6 à 7 mensen die gaan organiseren voor een groep van zo’n 60 man. Dat stemt me wel hoopvol. En ook passend: in de allereerste pioniersplannen staat dat er uit De Kwekerij een gemeenschap moest ontstaan. Dat is nu wat er in het klein uitkomt. We hebben blijkbaar genoeg snaren geraakt bij mensen om zelf in beweging te komen.
Dat regeneratieve, een mechanisme uit de natuur, van bomen die elkaar ondergronds voeden, dat zie ik als toekomstperspectief voor De Kwekerij. Met elkaar een netwerk zijn van mensen die bloei willen brengen in elkaars leven. En samen te kijken: wat is daarvoor nodig? Dat is concreet: mensen bepalen zelf de agenda voor de volgende bijeenkomst en iedereen brengt wat in. We zijn een geheel waarin je wat geeft en waar je wat uithaalt.
Dat klinkt eigenlijk best als een kerkgemeenschap.
Wel zonder een vaste voorganger, dat wisselt hier steeds. Iedereen mag wat inbrengen. Maar wel met het uitgangspunt dat we betrokken zijn op elkaars leven. Dat is zeker waar.
Ik kijk er naar uit, naar hoe dat zich ontwikkelt. En het voelt echt als lastenverlichting dat ik het niet meer alleen hoef te dragen. Maar dat we het met elkaar kunnen doen. En ik blijf wel. Ik geef eerlijk toe: dat wat De Kwekerij is, dat wat ik anderen wil bieden, is ook wat ik zelf nodig heb.
Meer weten over De Kwekerij? Ga naar https://www.kwekerijamsterdam.nl/.
Pioniersplekken PKA
Pioniersplekken zijn initiatieven gericht op nieuwe vormen van kerk-zijn. Deze proberen mensen te bereiken die niet zo gauw naar onze wijkkerken komen.
Pioniersplekken volgen de pioniersreis van de PKN. Deze duurt maximaal zes jaar, waarna een pioniersplek zelfstandig verder moet gaan. Binnen de PKA kan dat als wijkgemeente of missionaire wijkgemeente.
Wil je meer weten over pioniersplekken? Neem dan contact op met:
- Pioniersbegeleider Kim van Willegen (kim.vanwillegen@protestantsamsterdam.nl)
- of Aanjager Pionieren Martijn Horsman (martijn.horsman@protestantsamsterdam.nl).