Bron: Trouw
Eerst zat er hooguit een handjevol mensen – voorganger, koster, organist – en keek de meerderheid vanuit huis online mee. Toen mocht de groep kerkgangers ietsje groter worden, maximaal dertig. En vanaf komende zondag zit er geen grens meer aan het aantal gelovigen dat naar de vieringen mag komen, zolang er ten minste 1,5 meter afstand wordt gehouden. Het is nog maar de vraag of veel kerkgangers daarop zitten te wachten. Vooral ook omdat samenzang nog steeds wordt afgeraden, en echte ontmoeting niet echt mogelijk lijkt. Maar hoe het ook zij: een volle kerk zit er voorlopig sowieso niet in.
Is dat erg? In Kerk in Den Haag, maandblad voor spiritualiteit, cultuur en samenleving, betoogt Jan Goossensen dat een lege kerk juist een spiritueel cadeau is. In de leegte van de kerken ziet hij een ‘herbeleving van devotie en spiritualiteit’.
“De coronakerk geeft – verplicht – nieuwe uitzichten. Bijna letterlijk. En uitzicht, daar draaide het altijd al om. Want waarom gaan veel mensen in de kerk altijd op de achterste banken zitten? Of in de zijvleugels, waar het geluid altijd minder is? Omdat ze graag, op momenten dat er behoefte is aan bezinning, tegen een veilige achtergrond loom in de verte staren. Noem het een overblijfsel uit de evolutie. Als de oermens ’s avonds uitgejaagd was en zijn grot in dook, wilde hij graag uitkijken over een heuvelachtig landschap met hier en daar een element: een prooidier, een boom, een beekje. Zo gaat het ook in de kerk, als vindplaats van archetypische emoties.”
Het volledige artikel is te lezen op de website van Trouw.