‘Weet u wat ik het aller moeilijkst vind van mijn beroep?’ De buurtagent met zijn gegroefde gezicht kijkt mij aan vanonder zijn pet. Al jaren komen wij elkaar regelmatig tegen, bij overleg in de wijk, pleinfeesten of op straat. In gedachten noem ik hem ‘gabber van God’, omdat hij altijd voor iedereen klaar staat, gewapend met vriendelijke straathumor.
Nu loop ik hem tegen het lijf bij een bijeenkomst voor buurtbewoners rond inbraakpreventie en vraag hoe het gaat in de wijk. ‘Ik heb heel wat gezien aan criminaliteit hier in de stad. Moord en doodslag. Maar vanmorgen moest ik een oud vrouwtje oprapen van haar keukenvloer. Ze was gevallen over een opstaand randje van het vloerkleed en had er twee dagen gelegen. Uiteindelijk heeft de glazenwasser haar opgemerkt, door het keukenraam. Blauwe plekken, overal. Daar kan ik wel om janken. Weet u dat?’
Enigszins beschaamd knik ik. Nou en of ik dat weet! Dagelijks bereiken mij verhalen over vereenzamende ouderen. Ik weet hoe moeilijk deze groep mensen echt serieus wordt genomen als het om beleid voor de toekomst gaat. Ook door kerkpioniers als ik… die als opdracht hebben levensvatbare en aantrekkelijke gemeenschappen te stichten, gericht op de nieuwe generatie, zoals bijna alles in onze groeiende metropool daarop is gericht. Ouderen lijken een pijnlijke en lastige blinde vlek te vormen.
‘Vraag haar maar eens of ze het leuk vindt als er iemand langskomt’, zeg ik tegen mijn verweerde politievriend. ‘Misschien vindt ze het leuk om samen met mij aardappels te schillen voor de buurtmaaltijd!’ Met een knipoog en een zwaai van zijn hand loopt hij weg, de wijk weer in. Gods grote gabber.
Margrietha Reinders, Predikant pionier in Betondorp Amsterdam