Het eerste wat Leendert, in het dagelijks leven manager van een cateringbedrijf in een internationaal advocatenkantoor op de Zuidas, doet nadat hij op zondagmorgen het alarm af- en het licht in de kerk heeft aangezet, is een live video op Facebook en Instagram plaatsen. Zijn liefde voor de Oude Kerk steekt hij voor zijn vrienden en collega’s niet onder stoelen of banken. Enthousiast loopt hij de kerk door, zijn volgers steevast wijzend op het licht dat het oudste gebouw van Amsterdam kenmerkt. ‘Rust en contemplatie lieve mensen, daar gaat het om.’ Daarna maakt hij met liefde het gebouw klaar voor de ontvangst van de kerkgangers en een vlekkeloos verloop van de liturgie.
Ora et labora in balans
Vanzelfsprekend is het niet, dat Leendert iedere zondag in de kerk te vinden is. ‘Ik ben hervormd opgevoed. Wanneer je daar uit de kast komt, heb je een dispuut. Maar het geloof heb ik nooit losgelaten. Ik bleef naar de kerstnachtdiensten gaan, in 2017 voor het eerst in de Oude Kerk waar ik toen vlakbij woonde. Ik wist helemaal niet dat hier nog gekerkt werd.’ De eerste zondag na die kerstnachtdienst zat hij er weer en hij is er niet meer weggegaan. ‘In de Oude Kerk is voor mij het ‘ora et labora’ (bid en werk) weer in balans gekomen.’
Het is vooral de manier waarop de schrift hier, onder andere door Oude Kerk-predikant Jessa van der Vaart, wordt uitgelegd waardoor Leendert zich thuis voelt. ‘Jessa hield laatst een preek over de bruiloft te Kana (het verhaal uit de Bijbel waarin Jezus zijn eerste wonder doet: hij verandert water in wijn). En zoals zij dat dan uitlegt; wijn als metafoor voor de Geest, inspiratie die de somberheid wegneemt. Dan wil iedereen toch in die kerk zitten? ’
Niet meer dat vingertje
Het belang van de Schrift die in de protestantse liturgie centraal staat wil de bevlogen koster benadrukken door een oude Bijbel prominent in de kerk te plaatsen. ‘Ik vond laatst een achttiende-eeuwse statenbijbel terug die in de Oude Kerk thuishoort. Die staat sindsdien tijdens de eredienst prominent in beeld, opengeslagen bij het gedeelte uit het Evangelie dat op die zondag gelezen wordt. Dat soort kleine symbolen vind ik dus belangrijk. De gedachte die erachter zit is dat we te maken hebben met eeuwenoude teksten, maar wel leven in een hele moderne tijd.
Niet meer dat vingertje, maar wel meegeven hoe je het zou kunnen doen
Wij mensen evolueren, maar de tekst doet dat niet, dus die moet je naar de huidige tijd interpreteren. Niet meer dat vingertje, maar wel meegeven hoe je het zou kunnen doen. Ik heb de laatste jaren wel gemerkt dat het vingertje uit mijn jeugd voor mij toch wel een trauma is. Toen ik uit de kast kwam, was het eerste wat mijn vader zei: “Je gaat eerst naar de dominee en dan naar de psychiater.” Dat is lastig.’
Blijven aanbellen
Leendert is er de persoon niet naar om hard te oordelen. ‘Natuurlijk had ik het graag anders gezien. Maar als het misgaat, betekent dat voor mij dat je veel moeite moet doen om het goed te maken. Wat mensen over homoseksualiteit denken of zeggen is een gegeven, maar ik laat mij niet wegsturen. Als de deur op slot zit, blijf ik net zo lang aanbellen tot ze het vervelend vinden en de deur maar weer open doen. Zo zit ik in elkaar, maar lang niet iedereen. Ik heb vrienden die vanwege de afwijzing nooit meer een stap in de kerk zullen zetten’
Klaarmaken voor het grote geheel
Hoe paradoxaal ook, de traumatische ervaringen die Leendert in zijn jeugd met geloof opdeed zijn voor hem reden om zich ervoor in te zetten dat de eredienst vlekkeloos verloopt. Zijn katholieke partner mag zijn kostersfunctie een hobby noemen, voor Leendert is het meer dan een betaalde baan van vijf uur in de week. ‘Er was hier laatst een doopdienst waarin je als ouders belooft je kind op te voeden, klaarmaakt voor het grotere geheel. En dat is niet alleen het eigen huishouden of de kerkgemeenschap, dat is de wereld. Dat vond ik ontzettend mooi om te doen.
Schoonheid is voor mij iets dat met passie is gedaan
Ik vind het dan belangrijk dat het goed verloopt. Dat beeld en geluid in orde zijn, dat de kerk er goed uit ziet, dat de ouders en de getuigen vriendelijk worden ontvangen. In die zin zijn er overeenkomsten met mijn baan als manager in een cateringbedrijf. Er is een andere dynamiek, maar het draait voor mij om schoonheid. Schoonheid is voor mij iets dat met passie is gedaan. Of het nu een kindertekening is met een poppetje met bezemarmpjes of het orgel van de Oude Kerk dat je overweldigt.’
De diensten in de Oude Kerk zijn hier (online) te volgen.
Dit interview is het tweede deel in een serie interviews met kosters van Protestants Amsterdam. Deel 1 met Johannes Post, koster van de Noorderkerk, lees je hier.
Tekst en foto’s: Matthijs Hoogenboom