“Wie doet de deurtjes van de vertelkast open?” Bijna alle kinderen steken hun vinger in de lucht. Eén van de kinderen mag de deurtjes opendoen en daar verschijnt de eerste gekleurde vertelplaat van het verhaal. Pionier Marleen Kemink vertelt hoe zij kinderen betrekt bij de kerkdienst.
De vertelkast is een eeuwenoude Japanse vertelvorm. Het is een klein kastje, ook wel kamishibai genoemd, waar de verhalen met vertelplaten in worden afgebeeld. Telkens als het verhaal een andere wending krijgt, schuift de verteller een andere plaat naar voren.
Zelf heb ik regelmatig Bijbelverhalen verteld aan kinderen (en hun ouders) met de Vertelkast, zowel in de kerk als op een basisschool. Omdat de kinderen veel te bekijken hebben op een vertelplaat, worden ze bijna als vanzelf meegenomen in het verhaal.
Hoe werkt het?
Zet de vertelkast op ooghoogte van de kinderen neer en laat hen dichtbij zitten. Een stel kussens of kleed op de grond waarop de kinderen kunnen zitten, werkt goed. Je kunt de vertelkast eventueel ook op schoot nemen. Als je in een schoolklas de Vertelkast gebruikt, kies dan voor een centrale plek waar alle kinderen het goed kunnen zien. Op de achterkant van de vertelplaat staat het verhaal geschreven voor kinderen van 2–4 en van 4–8 jaar. Je kunt het verhaal voorlezen, maar ook in eigen woorden navertellen. Vraag de kinderen ook zelf wat ze op de platen zien of waar ze zien gebeuren wat je net hebt verteld. Door de afwisseling van zelf vertellen en de inbreng van de kinderen, ontstaat er veel ruimte voor interactie en gesprek. Dat maakt het vertellen met een Vertelkast ook zo levendig . Aan het eind van het verhaal mag één van de kinderen de deurtjes weer dicht doen. De kinderen zien dat het verhaal is afgelopen.
Er is in Nederland een website waar vertelplaten van Bijbelse verhalen te koop zijn. Meer info: www.deschatkoffer.nl”
Tekst: Marleen Kemink