Omgaan met onrust – Martijn van Leerdam
  • Berichtcategorie:Archief
  • Bericht gepubliceerd op:07/04/2020
  • Laatste wijziging in bericht:01/06/2022

Je kunt niet rustig stil zitten. Je gedachten schieten alle kanten op. Je blijft maar denken aan de kwetsbare mensen om je heen, voor wie je er nu niet kunt zijn, en aan de beelden op het nieuws. Je maakt je zorgen over jezelf, en hoe het de komende tijd zal gaan.

Herkenbaar? Voor mij in elk geval wel. En ik kan moeilijk zeggen hoe ik dat moet aanpakken. Het ene moment concentreer ik mij verwoed op mijn werk, alsof dat alles is wat er overblijft. Het andere moment zoek ik afleiding, via Netflix of de talloze grappige en minder grappige filmpjes en plaatjes die mensen elkaar toesturen. Dan weer haal ik diep adem, en realiseer ik mij hoe zwaar de bewolking is in mijn hoofd.

Concentratie op het werk dat voor handen is, afleiding zoeken, en diep ademhalen. Dat is eigenlijk alles wat ik doe. Op zich is dat nog niet zo slecht. Als het maar in de juiste verhouding is.

Doen

Menige dominee adviseert op zulke dagen om extra aandacht te besteden aan meditatie, stilte en gebed. Het klinkt misschien als vloeken in de kerk, maar persoonlijk kan ik daar niet zoveel mee. Bidden doe ik meestal op de fiets, of wandelend in het park: dat doe ik nu minder, maar nog steeds. Stilte vind ik in mijn studeerkamer. Dat is er nu juist in overvloed.

Wat ik het liefste wil, is iets kunnen doen. Bezigheidstherapie. Nu heb ik in huis natuurlijk genoeg te doen. Bijvoorbeeld dochterlief en vrouwlief ondersteunen, kwetsbare mensen bellen die ik ken uit de kerk, en digitale kerkdiensten voorbereiden. Plus het bijhouden van de talloze mails, appjes en voicemails. Maar op de één of andere manier voelt het nog altijd machteloos.

Bidden helpt, zeggen veel gelovigen, maar dat geloof ik niet. Tenzij je zelf de handen uit de mouwen steekt. Maar wat als dat nog altijd machteloos voelt?

Ik kende ooit een dame van meer dan 90 jaar oud, die elke maand 10 beertjes breide. Na jaren breien waren het er meer dan 1.000, die allemaal via de voedselbank en via ontwikkelingshulp werden verspreid. Kijk, zoiets zou ik nou ook wel willen doen. Maar dan het liefst in één week tijd.

Wat je niet kan

Wat ik niet kan, is deze crisis oplossen. Al is het maar voor één persoon. Het is voor christenen en andere wereldverbeteraars soms verleidelijk te denken dat jouw eigen inspanning een wereld van verschil maakt voor alle anderen. Maar net zo min als ik mensen kan genezen door handoplegging, kan ik de eenzaamheid van een coronapatiënt of een kwetsbare oudere wegnemen.

Omgaan met een crisis begint met accepteren dat je sommige dingen niet kan veranderen. Dat is waar je begint. Pas als je zo ver bent, kan je kijken wat je wél kan doen.

Wat je wel kan

Het is niet zozeer de kunst om meer te doen. Het is de kunst om wat je doet, anders te doen. Zodat het beter aansluit op de situatie die zo veranderd is.

Het is niet zozeer de kunst om een nieuwe standaard neer te zetten, voor anderen en jezelf. Het is de kunst om meer voldoening te halen uit de kleine dingen waar je controle over hebt.

Ik heb een broertje dood aan mindfulness, maar hier heeft die benadering een punt. Het is niets anders dan de kunst van het aandachtig leven, een kunst die in het religieuze leven al eeuwenlang beoefend wordt. Dat is niet per sé vaker stil zijn, of meer tijd maken voor gebed. Het is stil zijn terwijl je in de tuin bezig bent, en bidden terwijl je de vaatwasser aan het uitruimen bent.

Hoop

In sommige crisissituaties kun je echt niks doen. Het enige wat er dan overblijft is geduld, en volhouden. En hoop koesteren, soms tegen beter weten in.

Stel, je bent chronisch ziek. En je loopt corona op. Je bent wekenlang aan huis gekluisterd, afhankelijk van mensen die boodschappen voor je deur zetten maar niet binnen mogen komen, en je enige contact met de buitenwereld verloopt via je telefoon. Je kunt de situatie niet overzien. Er is niemand die je instopt of je een aai over je bol geeft. Je vreest continu voor een opname in het ziekenhuis, en vervolgens op de IC. Je vreest dat dit je einde is.

Dat klinkt extreem, maar één van de mensen uit mijn kerk is er zo aan toe. En zij is zeker niet de enige. Wat heb je dan nog in handen? Wat kan je dan nog doen?

Ik denk dat dat is, waar God zich in deze crisis verstopt. Niet in de hyperactiviteit van mensen die niet stil kunnen zitten, maar in de hoop van mensen die volkomen kwetsbaar zijn. In het uithoudingsvermogen van mensen die er helemaal doorheen zitten. En in het geduld van iemand die helemaal niets meer kan doen.

Behalve het hoog houden van de hoop.

Deze column is geschreven door Martijn van Leerdam, predikant Osdorp-Sloten.

Deel en like deze blog