Eerlijk gezegd zien we jeugd liever niet in de kerk. Ze zijn rumoerig, hebben een korte spanningsboog en kunnen situaties nog niet goed overzien en beoordelen. Het is dus vooral handig als ze er níét zijn. Of in elk geval niet in het zicht.
Het klinkt vreemd, maar toch is dit de praktijk in veel kerken in Nederland, ook in Amsterdam. De kerk richt zich in eerste instantie op de volwassenen. Daarna wordt er een plekje voor de jeugd gecreëerd waar ze lol kunnen trappen en hopelijk wat kunnen leren over het leven en het geloof. We wachten tot de jeugd volwassen is voor we ze écht in de kerk verwelkomen en ze laten meedraaien als volwaardig lid. Een vreemde werkwijze al zeg ik het zelf.
Waarom zouden we wachten, terwijl we ook gebruik kunnen maken van hun energie, onbevangenheid en creatieve hersenspinsels? In de Protestantse Gemeente Delft gingen ze ons al voor door een jongen van elf onderdeel te laten zijn van een commissie voor een activiteit. Het resultaat werd dankzij hem “een stuk spannender”, je leest er meer over in dit artikel van JOP. En in de Bron in Watergraafsmeer was een tiener onderdeel van de selectiecommissie voor de nieuwe tienerwerker. Mooie voorbeelden waarin de jonge generaties deel uitmaken van de gemeente en waarbij hun mening gewaardeerd wordt.
Gelukkig beginnen we binnen de PKA ook langzaam te experimenteren met het betrekken van de jeugd bij de kerk. Tieners speelden tijdens het nieuwjaarsfeest afgelopen januari levend triviant waarbij de volwassenen de vragen (en vaak antwoorden) in bezit hadden. Niet alleen de gemiddelde leeftijd daalde drastisch toen de tieners en kinderen binnenkwamen, iedereen vond het ook leuk! Ik stel daarom voor dat we de jeugd omarmen, van ze genieten, van ze leren en hen op onze beurt helpen op de weg naar volwassenheid. Scheelt de jeugd bovendien een hoop wachttijd.
Tekst: Suzanne Stoelinga